De Present Simple en de Present Continuous spelen zich allebei in het heden af. Het kan erg op elkaar lijken. Om de tijden correct toe te passen, moet je de regels weten. Wanneer je de regels weet, kies je welke tijd je moet toepassen en heb je een correcte zin gemaakt. Zo makkelijk is het!

​

​

​

Er zijn een paar regels per tijd:

​

 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Om de regels duidelijker te maken, heb ik een paar voorbeeldzinnen gemaakt. Voor elke regel is er een voorbeeldzin. De voorbeelden staan in volgorde van de tabel hierboven.

​

​

​

​

​

​

​

 

 

​

Een belangrijk punt is dat wanneer er wordt gezegd dat NU iets aan de hand is (present continuous)  in de zin er meestal een werkwoord staat wat een activiteit voorstelt, bijvoorbeeld: sitting. Bij het aangeven dat NU iets zo is (present simple) worden meestal werkwoorden bedoeld die een situatie omschrijven: sad.

​

 

Bekijk de kennisclip hieronder voor meer uitleg en herhaling van de tijden Present Simple en Present Continuous:

​